Reactie op artikel Humo 10 september 2024

Gepubliceerd op 11 september 2024 om 20:06

Beste Humo,

Beste mijnheer Stevens,

Eerst en vooral, oprechte dank voor de fascinatie in onze organisatie. Er staan in jullie artikel van 10 september 2024 echter enkele fouten waar we even schriftelijk op willen reageren via onze eigen website.

Een hond is geen kat

“Vliegt de Feniks, storm op zee: de link tussen Rusland en Schild & Vrienden”. Dat is de titel van het artikel over ons dat onlangs verscheen in Humo. Wij denken echter dat eerder de journalist ze ziet vliegen. Indien mijnheer Stevens een artikel wenste neer te pennen over de banden tussen Schild & Vrienden en Rusland, heeft hij zich namelijk van organisatie vergist. Feniks is niet gelijk aan Schild & Vrienden. Leden van S&V en Feniks komen niet op elkaars evenementen, en hebben ook geen direct contact met elkaar. Het klopt dat een aantal van onze leden uit S&V komt. Maar er zijn er evenzeer die nooit banden gehad hebben met deze organisatie en vanuit een totaal andere achtergrond lid zijn geworden van Feniks. Bij deze een warme oproep aan alle journalisten: zorg er a.u.b. voor dat u een correct onderscheid maakt tussen onze organisatie - Feniks - en Schild en Vrienden. Een hond is geen kat, en een kat is geen hond.

Ein volk, ein reich, ein Führer?

Maar het blijft niet bij Schild en Vrienden. Doorheen het hele artikel worden we herhaaldelijk en tot vervelens toe gelinkt met organisaties en mensen die niets te maken hebben met de werking van Feniks. Een schoolvoorbeeld van “guilt by association”, met dat verschil dat er in dit geval zelfs geen sprake is van een ‘association’. Het zou onbeleefd zijn moesten we deze bewegingen bekritiseren of aanvallen via de media. We kunnen alleen kort reageren door te zeggen dat onze organisatie niet is verbonden, samenwerkt of dezelfde doelstellingen heeft als pakweg Project Thule, Schild & Vrienden of dhr. Kris Roman. Verder wordt er ook nogal omineus verwezen naar organisaties zoals het NSV! Voorpost of de Vlaamse Volksbeweging. Dat zijn echter allemaal volstrekt legale organisaties.

Wij hebben niets van doen met figuren die de leuze ‘Ein volk, ein reich, ein Führer’ aanhangen. M.a.w., dhr. Boutens heeft niets met ons te maken. Hij was dan ook niet verantwoordelijk voor de beveiliging van de betoging op 21 november. Zijn eventuele onbekwaamheid tijdens de Corona betoging van 2021 moet men dus voor zijn eigen rekening laten. De insinuatie dat Feniks doelbewust openbaar of privé-eigendom zou willen beschadigen of beschadigd zien, is daarnaast een groteske absurditeit. Ook dhr. Roman heeft, verrassing, niets met ons te maken. De foto die bij het artikel is geplaatst van dhr. Vliegen en Roman, werd genomen op aanvraag van Roman zelf. Zo bestaan er ook foto’s van hem met Vlaams parlementsleden Theo Francken, Zuhal Demir en Johan van Overtveld. We vinden het daarom vreemd dat bijna het hele artikel wordt gewijd aan banden die onbestaande zijn, in plaats van de focus te leggen op een inhoudelijk verhaal. Dat terwijl er over het onderwerp in kwestie, Rusland en het regime van Poetin, op onze blog reeds behandeld is geweest in een artikel omtrent de oorlog in Oekraïne.

Verder klopt het dat wij vertrouwd zijn met het, overigens zeer lezenswaardige, werk van dhr. Steuckers, een intellectueel en polyglot die o.a. een meer dan 1000 pagina tellende triptiek over geopolitiek op zijn naam heeft staan, naast verschillende andere boeken en talloze artikels. Het klopt verder ook dat wij dhr. Markovics een jaar geleden hebben geïnterviewd. Evengoed hebben wij interviews afgenomen met verschillende professoren (prof. Bonevac, prof. Kees van der Pijl, prof. David Engels) en verschillende Vlaamse Europarlementariërs (waaronder Barbara Bonte en Wouter Beke). Dat zijn echter geen namen en profielen die sensatie opwekken, en wij begrijpen daarom ook waarom deze niet vernoemd werden in het artikel. Ook het idee dat wij met onze activiteiten het ‘revolutionaire potentieel’ zouden willen ‘oppoken’ is lachwekkend. Zoals in het artikel stond vermeld, hebben wij inderdaad onlangs een debat georganiseerd met o.a. Rik Torfs. Maar nu zal er toch niemand beweren dat men revolutionair wordt door naar een debat te gaan met Rik Torfs? Wat betreft onze meer besloten activiteiten zullen we een tipje van de sluier lichten. Onze laatste activiteit was een wandeling in een bos nabij Leuven, een vorming over Plato en Parmenides en een barbecue. Dat zijn niet bepaald het soort activiteiten die mensen associëren met revolutionaire onruststokers.

Hamas

Naast het blijkbaar nieuwswaardige feit dat wij in 2021 een 80-jarige pater hebben uitgenodigd en nog een hele hoop andere oude koeien die uit de gracht worden gehaald, wordt één van onze leden, Brecht Jonkers, omschreven als ‘fan van Hamas’. In zijn eigen woorden “Dat is een doelbewust beladen term, en een interessante keuze voor framing. Zeker in een tijd waarin elke vorm van sympathie voor deze Palestijnse politieke beweging illegaal en strafbaar is in vrije westerse staten als Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Nochtans is mijn positie vrij duidelijk, en altijd al geweest: als tegenstander van kolonialisme steun ik het Palestijns verzet tegen het zionisme en tegen de bezetting van Palestijns grondgebied. Dit in lijn met het recht op verzet zoals voorzien in VN-resolutie 2625 uit 1970, waarin het fundamenteel recht op verzet tegen bezetting wordt erkend. Het politiek programma van de Palestijnse bewegingen die dit verzet aangaan, is van secundair belang. Overigens wordt dit verzet in het huidige conflict in Gaza mede gevoerd door Palestijnse seculiere nationalisten, socialisten, communisten en een resem andere politieke strekkingen, en is dus allerminst beperkt tot Hamas.”

Doegin

Sta ons toe om ook een woordje te zeggen over de Russische filosoof Alexander Doegin. Deze schrijver is inderdaad geciteerd en aangehaald in ons manifest, net als onder andere de denkers Alain De Benoist, Diego Fusaro, Max Horkheimer, Theodor Adorno, Herbert Marcuse, Kemi Seba, Sahra Wagenknecht, Antonio Gramsci Joseph Campbell, Mircea Eliade, Peter Frankopan, Antonio Hardt, Michael Negri, Hannah Arendt, David Engels en Sid Lukkassen. De voornaamste denkers voor ons zijn echter Martin Heidegger, Oswald Spengler en Friedrich Nietzsche. Zodoende is de intellectuele basis waaruit wij putten zeer divers, en op geen enkele manier te beperken tot labels als ‘extreemrechts’ (let op het hoge aantal marxistische denkers!)

In uw artikel omschrijft u Alexander Doegin als een ‘fascist’. Indien u daadwerkelijk de moeite zou hebben gedaan om Doegin te lezen, zou u wellicht weten dat in één van zijn voornaamste werken, The Fourth Political Theory, evenals op tal van publicaties en blogs hij het fascisme en het nazisme evenzeer bekritiseert als het liberalisme en het communisme. In Rusland is het eerst en vooral al niet te populair om je te vereenzelvigen met een ideologie die in de jaren ’40 naar schatting zo’n 27 miljoen Russen het leven heeft gekost. Bovendien heeft hij een diepgaande ontologische kritiek op de rassenleer en de staatstheorieën van het fascisme en nationaalsocialisme. Wil dit daarom zeggen dat Doegin plots politiek correct is naar de hedendaagse normen of er geen kritiek op Doegin kan gegeven worden? Zeker niet, we kunnen later nog dieper op dit onderwerp en de schrijver ingaan, maar laten we wel eerst afspreken dat u dan de moeite doet om hem te lezen. Een tweede misverstand trouwens is dat dit zogenaamd Poetins favoriete filosoof zou zijn; dit is voor zover bekend echter de meer conventionele conservatieve filosoof Ivan Iljin zijn.

Er wordt tenslotte vermeld dat er eigenlijk geen bewijzen zijn te vinden dat we zouden worden aangestuurd door Rusland, maar dat uw ‘insider’ beweert dat die er wel zouden zijn. Wij raden de Humo daarom aan om toch een betere insider te vinden, want zijn informatie komt op geen enkele manier overeen met de realiteit. De tijden van McCarthy zijn terug. Iedereen die wat kritiek heeft op de maatschappelijke gang van zaken, wordt gelinkt aan het ‘Oosterse gevaar’ en is een ‘Poetin-aanhanger’, net zoals in de jaren 1950 elke Amerikaan die kritisch stond tegenover zijn of haar overheid als ‘communist’ werd gebrandmerkt. Het grote boze Rusland zit nu al meer dan een halve eeuw achter elke vorm van maatschappijkritiek die er bestaat. We zullen voor de duidelijkheid even ons standpunt toelichten, gezien zowel ons manifest van 268 pagina’s alsook onze eerdere blogs duidelijk niet geraadpleegd zijn geweest bij het opstellen van het artikel.

De geopolitieke houding van Feniks

De geopolitieke houding van Feniks kan samengevat worden in de treffende leuze van wijlen generaal en president Charles de Gaulle: ni Moscou, ni Washington – noch Moskou, noch Washington. We bedoelen hiermee dat we Europa, naast een culturele, ook als een geopolitieke eenheid beschouwen. Dat betekent dat de continentale macht die Europa vormt haar eigen politieke interesses en belangen heeft, die niet vereenzelvigt kunnen worden met die van de Verenigde Staten, noch met die van Rusland.

Sinds het einde van de Koude Oorlog, waarin de VS lijnrecht tegenover het toenmalige communistische Oostblok onder leiding van de Sovjet-Unie stond, is de wereld aanvankelijk veranderd van een bipolaire naar een unipolaire wereld. Dat betekent dat gedurende het grootste deel van de tweede helft van de 20ste eeuw, de wereldpolitiek hoofdzakelijk bepaald werd door de VS langs de ene kant en de USSR langs de andere kant. Deze twee machtsblokken probeerden om gedurende deze Koude Oorlog zoveel mogelijk landen ‘in te lijven’ bij hun eigen ‘kamp’, respectievelijk het Westerse, liberaal-kapitalistische en het Oosterse, communistische kamp.

Een groot deel van Oost-Europa is tijdens de Tweede Wereldoorlog ingelijfd bij het toenmalige communistische kamp door het oprukkende Rode Leger van de Sovjet-Unie. Parallel werden de meeste West-Europese landen in dezelfde periode ingelijfd in het Amerikaanse kamp. Oost-Europa verdween achter een ‘IJzeren Gordijn’ en werd streng en vaak ook brutaal en gewelddadig gecontroleerd door de Sovjet-Unie. West-Europa viel in de handen van de Amerikanen, die het Westerse deel van ons continent ombouwden tot militaire uitvalsbasis gericht tegen het communistische Oostblok door het installeren van verschillende (nucleaire) militaire basissen. Daarnaast diende Europa ook als afzetmarkt voor Amerikaanse consumptiegoederen.

Door het zogenaamde Marshallplan, waarbij de Amerikanen financiële hulp boden aan het door oorlog vernietigde Europa in ruil voor het opvolgen van Amerikaanse militaire en politieke dictaten, verloren vele Europese landen hun militaire en, noodzakelijk daaraan gekoppeld, hun politieke onafhankelijkheid. De agenda van het buitenlandse politieke en militaire beleid werd vanaf dan bepaald in Washington. Dit met goedkeuring van de West-Europese leiders, die maar graag de miljoenen Amerikaanse dollars in ontvangst namen om hun nationale economieën weer op te krikken, en die het Amerikaanse consumentisme met haar vele technologische innovaties warm verwelkomden.

Zodoende vormde zich een ‘Atlanticistisch’ blok; West-Europa, alsook landen zoals Japan, Australië, Zuid-Korea, Turkije, enz. stonden de facto (en op bepaalde vlakken vaak ook de jure) onder leiding van de VS. Dit betekende dat deze landen nu bemanningsleden waren aan boord van het liberale schip, met aan het roer de VS. Het is belangrijk om op te merken dat de landen die zich in deze constellatie schikten, dat schijnbaar op vrijwillige basis deden, maar dat de geopolitieke situatie van tijdens en kort na de Tweede Wereldoorlog, waarin Europa op alle gebieden ongezien verzwakt was en de VS in feite al een deel van Europa, namelijk West-Duitsland, mede bezet hield, deze landen toch in hun politieke bewegingsruimte beperkt werden. Verder merken we op dat termen zoals het ‘Westen’, of de ‘Vrije Wereld’ telkens verwijzen naar dezelfde geopolitieke realiteit, namelijk een situatie waarin Europa vasthangt aan de VS, zowel economisch alsook militair, politiek en cultureel. Ondertussen voltrok zich eenzelfde evolutie in Oost-Europa. Daar was de militaire en politieke dominantie van de Sovjet-Unie zichtbaarder, niet in de laatste plaats door het vaak openlijk en uiterst gewelddadige karakter ervan. Maar in de feiten werden dus zowel West-Europa als Oost-Europa militair en politiek gedomineerd door een vreemde, niet-Europese macht.

Zoals eerder aangehaald was de grote uitzondering langs Westerse zijde Frankrijk. President De Gaulle beschikte over de nodige vooruitziendheid, inzicht en volharding om nee te zeggen aan een door de VS gedomineerd Frankrijk. Dat betekent niet dat De Gaulle pro-communistisch was. Zijn houding was die van volledige politieke soevereiniteit; niet gebonden aan de VS, noch aan de USSR. In die positie kon Frankrijk dan zelf beslissen over haar buitenlands beleid.

Feniks koestert in wezen dezelfde houding als De Gaulle. De wereld is ondertussen getransformeerd van een unipolaire wereld, waarin de VS duidelijk domineerde, naar een multipolaire wereld. Dat betekent dat er nu verschillende ‘polen’ of centra van geopolitieke, economische en militaire macht bestaan. Dat kan gaan over Rusland en China, maar evengoed over opkomende machten zoals India of Turkije. Deze landen proberen om zo veel mogelijk invloed uit te oefenen op hun directe omgeving. Op die manier vormen ze de kernen van bredere invloedzones. Die invloedzones kunnen overigens samenvallen met zogenaamde ‘beschavingsstaten’.

In plaats van één enkele hegemoon, de VS, wordt de wereldpolitiek heden ten dage steeds meer bepaald door een pluraliteit aan machten. Multipolariteit is al heel lang geen fantoom meer, maar is vandaag de dag simpelweg een politieke realiteit. En het is onze taak als Europeanen om na te denken wat de plaats kan en moet zijn van Europa in deze multipolaire wereld. Gezien ons politiek verleden van nauwe samenwerking met de VS en onze geografische ligging, hebben wij als Europeanen drie opties om onze gezamenlijke toekomst vorm te geven.

De eerste optie is om trouw te blijven zweren aan Washington. Dat betekent dat Europa meegaat in het interventionistische beleid van de VS, dat vooral heil ziet in militaire operaties, in de regel ingaand tegen het internationaal recht, om zodoende haar economische en politieke belangen veilig te stellen. Dat doet het door een bepaald politiek model (de liberale, parlementaire democratie), culturele waarden en normen (pro-LGBTQ, individualisme, materialisme/economisme) en een welbepaald economisch regime (vrijhandel) op te leggen.

We moeten echter goed overwegen of dit beleid het meest geschikt is om onze Europese belangen te dienen. Daarvoor moeten we een eerlijke balans opmaken van wat dit beleid ons opgebracht heeft enerzijds, en wat het ons anderzijds gekost heeft. Uit verschillende bevragingen kunnen we opmaken dat de twee voornaamste bekommernissen van de gemiddelde Europeaan migratie en koopkracht zijn. Dat zijn alvast twee goede criteria om de ‘Atlanticistische optie’ mee te beoordelen. Een derde voegen we zelf toe, namelijk de geopolitieke belangen van Europa.

Als we die drie criteria als leidraad nemen, kunnen we niet anders dan concluderen dat het buitenlandse beleid van de VS onze Europese belangen op geen enkele manier dient. De talloze oorlogen die de VS zich gepermitteerd heeft te voeren de afgelopen decennia, hebben een enorm ontwrichtend effect gehad op de volkeren die daarvan het slachtoffer werden. Naast de vanzelfsprekende immoraliteit van deze oorlogen, die aan miljoenen onschuldige burgers reeds het leven hebben gekost, heeft dit ook het effect gehad van ongeziene migratiegolven. Een deel daarvan is sinds 2015 het probleem geworden van Europa, vanwege de honderdduizenden vluchtelingen die bij ons kwamen aankloppen. Dat gaat lijnrecht in tegen de wens van de doorsnee Europeaan om minder migratie naar Europa. Deze destabilisering van regio’s, die doorgaans al instabiel genoeg zijn, heeft verder ook een kostenplaatje. Miljarden euro’s die in de Westerse oorlogszucht gepompt werden en worden, zijn miljarden euro’s die niet naar de koopkracht van de bevolking kunnen gaan, en ook niet naar zaken zoals gezondheidszorg, sociale zekerheid, onderwijs of natuurbescherming. Tenslotte creëren we door aan zulk beleid deel te nemen meer vijanden dan vrienden. Hierdoor komt onze geopolitieke positie in het gedrang.

In het uitdragen van deze visie staan wij als Feniks zeker niet alleen. Met betrekking tot de oorlog in Oekraïne hebben verschillende experten terzake al gewezen op de rol die de NAVO, en dus onrechtstreeks Amerika, speelde in het op de spits drijven van de relatie tussen het Westen en Rusland. We vernoemen de Amerikaanse prof. John Mearsheimer. Dichter bij huis is de Vlaamse prof. Tom Sauer in dit opzicht ook noemenswaardig. Het doel van de VS, en dus van de NAVO, is om Rusland militair te omcirkelen door het installeren van militaire basissen in de NAVO-lidstaten. Daarin zijn ze over de jaren heen aardig geslaagd.

De tweede optie is om Europa aan Rusland te hangen, d.m.v. een militaire annexatie van Europa door Rusland. Dit zou ons volgens sommigen dan ‘bevrijden’ van de greep van de Amerikanen, en ons onder een conservatief regime plaatsen dat een gezondere culturele en morele omgeving zou creëren voor Europeanen. Maar nagenoeg niemand in Europa verlangt naar zo'n scenario, en maar goed ook. Het zou van het grootst mogelijk defaitisme getuigen moesten Europeanen zich vrijwillig laten annexeren door een vreemde macht, in dit geval door Rusland. Er is overigens geen haar op het hoofd van welk lid van Feniks dan ook dat eraan denkt om dergelijk scenario te ondersteunen. Waarom zouden we ook? En, in tegenstelling tot wat soms beweerd lijkt te worden in sommige media, is er overigens geen bewijs dat Rusland enige intentie heeft, laat staan de militaire macht, om heel Europa te onderwerpen of te annexeren.

Wij staan zeer duidelijk voor de derde optie: Europa als beschavingsstaat die fungeert als ‘pool’ in de multipolaire wereld waar we in leven. In die wereld is er geen Sovjet-Unie meer. Rusland is terug naar haar culturele en historische wortels gekeerd, en heeft afscheid genomen van het Marxisme-Leninisme als staatsideologie. Die wortels zijn gedeeltelijk Europees en dus voor een stuk gemeenschappelijk met de onze. Langs de andere kant is de afstand tussen de VS en Europa steeds groter aan het worden. Cultureel voelen steeds minder Europeanen zich aangetrokken door de VS, dat uitblinkt in absurde woke-toestanden, een tergende afkeer voor alles wat blank is, en een algemene fase van culturele decadentie.

Maar ook politiek en militair zien we de kloof groeien. Denk maar aan de uitspraak van Frans president Emmanuel Macron, die zei dat de NAVO ‘hersendood’ was. Die uitspraak volgde dan weer op kritiek van Trump over de bijdragen van de NAVO-leden, die volgens hem duidelijk te kort schoten. Verschillende Europese politici hebben toen gehamerd op het belang van een onafhankelijke Europese militaire verdediging. Desalniettemin blijven deze politici in de logica van het Amerikaanse imperialisme hangen, met als gevolg dat de facto het interventionistische beleid dat dat imperialisme kenmerkt, onverminderd wordt voortgezet, weliswaar onder de vlag van de E.U. Van een Europees leger is tot nu toe ook niets in huis gekomen.

Voorts vermelden we ook de onlangs uitgelekte feiten over de gesaboteerde Nordstream pijpleiding. Het is nu zo goed als zeker dat die door toedoen van de Amerikanen, hetzij rechtstreeks, hetzij onrechtstreeks, werd opgeblazen. In elke andere context zou dit zo goed als een oorlogsverklaring zijn. De E.U. steekt echter de kop in het zand en doet alsof er niets gebeurd is. Tenslotte is er de groeiende desinteresse van een deel van het Amerikaanse establishment voor Europa, meer bepaald voor Oekraïne, en een parallelle stijging van scepsis t.o.v. de VS van alsmaar meer Europeanen. Op basis van al het voorgaande beschouwen wij de door de VS gedomineerde Atlanticistische orde dan ook als een zinkend schip, waarvan de bemanning niet lijkt te beseffen dat het tijd is om eraf te springen.

Ter conclusie willen we nog het volgende zeggen. De politieke keuze die Europa moet maken is niet pro-VS of pro-Rusland. De echte keuze is die tussen vóór Europa of tégen Europa. Er bestaat immers geen intrinsieke animositeit tussen Europeanen en Russen. De politieke tegenstelling tussen beide beschavingsstaten, tussen beide polen, zijn bepaald door de politieke constellatie waarin we ons bevinden, dat op zijn beurt gevormd wordt door de keuze van welke politieke bondgenootschappen we aangaan. Onze relatie tot andere machten is dus niet vaststaand maar contingent, en kan m.a.w. veranderd worden indien we onze geopolitieke strategie aanpassen.

Wij erkennen het bestaan van Russisch imperialisme en keuren dit af. Wij zijn echter wel consequent genoeg om ook het Amerikaanse imperialisme af te keuren. Wij staan voor een waarlijk onafhankelijk Europa dat haar belangen kan behartigen in deze multipolaire wereldorde. Daarvoor is het echter wel noodzakelijk om te breken met de agenda van Washington, en om vrede te zoeken met Rusland door diplomatie, in plaats van door stoer klinkend oorlogsgekraai en militaire expansie.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Rob
een maand geleden

Hier word ik enthousiast van. Zo wezenlijk voor onze tijd "dat we Europa, naast een culturele, ook als een geopolitieke eenheid beschouwen" - noch Moskou, noch Washington. Hoe bestaat het dat een blad als Humo daar zulke vreemde associaties bij bedenkt ...